Na het overlijden van mijn moeder kwam een polis boven water van ‘N.V. “Noord-Braband” (sic, die d op het eind), Maatschappij van verzekering op het leven’ te Waalwijk. Dat ‘leven’ betreft het mijne. De verzekering is op 1 augustus 1957 afgesloten ‘op het leven van Reinaldus A. Leferink’ (sic, die f in het midden) en het verzekerd kapitaal bedroeg maar liefst 200 gulden. Ik was de zesde in de rij, dat zal meegespeeld hebben. Er staat nog: ‘geboren op 2 Juni 1957 dus oud twee maanden’. De premie bedroeg 28 cent per maand, en dat dertig jaar lang, ‘of tot vroeger overlijden’. Op die manier hebben mijn ouders 100,80 gulden aan premie betaald, dus netto strijkt de familie te zijner tijd 99,20 gulden op, ofwel 45,01 euro. Tien jaar na dato keek iemand de polis nog eens goed na, en werd een storende schrijffout hersteld: “Ingevolge een ons gedaan schriftelijk verzoek dd 7 Mei 1900 acht en zestig wordt hierbij aangetekend, dat de in deze polis vermelde naam van de verzekerde moet luiden: Reinaldus A. Leverink.” Dat was niet zonder reden. Op de achterzijde van de polis staan de grimmige voorwaarden. (Gezien het formaat van de lettertjes hield kennelijk niemand rekening met de mogelijkheid dat de verzekerde ooit de middelbare leeftijd zou bereiken.) Art. 2 gaat over Onjuiste opgaven. “Elke opzettelijke verzwijging of valse verklaring, mede op grond waarvan de Maatschappij risisco heeft aanvaard, kan de nietigheid der overeenkomst ten gevolge hebben met verbeurte van de reeds betaalde premiën.” Ja, dan wil je wel even dat die f wordt rechtgezet. Maar toen was men er nog niet. Er kon nog van alles tussenkomen. Zo gaat Art. 14 over het vervallen van recht op uitkering. Ik zie nu in dat ik langs de rand van de afgrond ben gescheerd. Mijn nageslacht had namelijk naar die 45,01 euro kunnen fluiten als ik deelgenomen had aan “oproer of binnenlandse onlusten of indien het overlijden een gevolg is van enig opzet of misdrijf van een bij de uitkering belanghebbende”. Of als mijn overlijden het resultaat was van een parachutesprong uit een vliegtuig, tenzij ik de sprong had gemaakt “tot lijfsbehoud”. Zo zijn ze dan ook wel weer. Maar geen cent keren ze uit als ik dood ga “tengevolge van duel, gerechtelijke veroordeling, deelneming aan gevaarlijke vluchten, baanwedstrijden voor auto’s en motoren, poolreizen, duikboot- en ballonvaarten”. Toch mijn toekomstplannen nog maar eens tegen het licht houden.
Fantastisch stukje! Tja, maar beter op de voorzichtige toer gaan. Pas op bij het oversteken!
Dat is dus wel mijn €22,50, he?!
Wees niet bang Joris. Iedere maand komt er weer een acceptgirokaart met daarop gedrukt het bedrag van 0,75 eurocent, dat we netjes betalen. Komt goed.