It’s a long way to Nashville, but I’ve seen that road before… Iedere muziekliefhebber boven de veertig zal dit onmiddellijk meeneuriën… het was de begintune van het legendarische radioprogramma Nashville van Wim Bloemendaal. Pas na jaren onthulde Bloemendaal dat de zanger Paul Siebel heette. Bloemendaal draaide nog wat meer nummers van Siebel’s LP Woodsmoke and Oranges, waaronder het tragische ‘Louise’, en het tedere ‘Then came the children’. Ik ging meteen op zoek naar dit meesterwerk uit 1969, en vond het bij White Noise in Utrecht, waar ik kort daarna ook het tweede juweeltje van Paul Siebel, Jack-Knife Gypsy (1971), in de wacht wist te slepen. En daarmee had ik het formidabele oeuvre van Paul Siebel compleet, want meer had dit mysterieuze genie uit Buffalo (geboren in 1937) op dat moment niet gemaakt. De beide albums verkochten beroerd, en Paul Siebel hield het voor gezien, uitgeschreven, moe van het toeren, de eindeloze studiosessies in de studio en de publiciteit die nodig waren voor een glansrijke carrière.
Paul Siebel maakte begin jaren zestig deel uit van de opwindende folkscene in Greenwich Village, New York, waar je geen kroeg kon binnenlopen of je liep er types als Ramblin’Jack Elliot, Dave van Ronk, Richie Havens (onlangs overleden) of Tom Paxton tegen het lijf. En als je niet uitkeek, botste je tegen Bob Dylan op. In die entourage maakte Paul Siebel indruk met zijn geknepen, snijdende stem, zijn melodieuze liedjes en zijn sterke teksten. Onvergetelijke karakters vloeiden uit zijn pen, zoals Honest Sam, die alles en iedereen beduvelt; Uncle Dudley met zijn koffer vol met plaatsen waar hij nooit geweest was; Jasper, die twee mijnwerkers in een door henzelf gegraven graf schoot; en natuurlijk Louise, van wie iedereen zei dat ze totaal niet wilde deugen:
Well they all said Louise was not half bad
It was written on the walls and window shades
And how she’d act the little girl
A deceiver, don’t believe her that’s her trade
Sometimes a bottle of perfume,
Flowers and maybe some lace
Men brought Louise ten cent trinkets
Their intentions were easily traced
Yes and everybody knew at times she cried
But women like Louise they get by
Well everybody thought it kind of sad
When they found Louise in her room
They’d always put her down below their kind
Still some cried when she died this afternoon
Louise rode home on the mail train
Somewhere to the south I heard it said
Too bad it ended so ugly,
Too bad she had to go this way
Ah but the wind is blowing cold tonight
So good night Louise, good night
Het klonk prachtig, maar veel wijzer werd Siebel er niet van. Overdag verdiende hij zijn geld in een kinderwagenfabriek. Toch leverde zijn groeiende reputatie in Greenwich Village hem in 1969 een contract op bij Elektra Records. Woodsmoke and Oranges werd alom bejubeld, maar verkocht voor geen meter. Twee jaar later mocht hij het nog eens proberen, weer met een verbluffend, maar opnieuw onverkoopbaar resultaat: Jack-Knife Gypsy. Beide albums zijn later op één cd samengebracht, die nog steeds te koop is. Paul Siebel vond het na deze tweede deceptie welletjes en hij trok zich gefrustreerd terug. Hij werd depressief en raakte aan de drugs en verdween uit beeld. In 1996 werd hij opgespoord door een journaliste van het tijdschrift Dirty Linen. Hij bakte broodjes in een koffiehuis in Maryland en bouwde houten zeilscheepjes. Een beetje heimwee naar de tijd in New York had hij wel, en de reissue van zijn twee platen deed hem plezier. Waarmee het verhaal klaar is, zou je zeggen. Ware het niet dat een speurtocht op het internet onlangs een sensationele ontdekking opleverde: er bleek toch nog een derde Paul Siebel-album te zijn! Op 9 juni 1978 trad Siebel met zijn oude maatjes David Bromberg en Gary White op in een gitaarwinkel in Santa Monica, California. Het is een prachtige plaat. Paul Siebel haalt vocaal alles uit de kast en David Bromberg doet wonderbaarlijke dingen op de dobro. Nieuwe nummers zijn er nog steeds niet: de playlist bestaat voor de helft uit eigen materiaal van de beide LP’s en voor de andere helft uit covers, van Blind Lemon Jefferson, Hank Williams en Jimmy Rodgers. Een half uurtje, langer duurt het niet, maar laten we onze zegeningen tellen. Navraag bij de platenmaatschappij leert dat er in Europa zegge en schrijve twaalf exemplaren van Live at McCabes verkocht zijn, waarvan één aan de OCW-redactie.
De laatste berichten melden dat Paul Siebel werkzaam is als parkwachter in Maryland. In zijn vrije uurtjes wil hij nog wel eens de viool pakken. Dit jaar wordt hij 76.
Mooi stuk! En goed om nog ergens wat over Paul Siebel te lezen. Om ook een kleine bijdrage aan de herinnering te leveren, ben ik onlangs begonnen met een fan site. Mocht u geïnteresseerd zijn (of verbeteringen weten): http://paulsiebel.blogspot.nl/
Mijns inziens was Paul Siebel de schrijver van Nashville en was Jeffrey Shurtleff de zanger van de begin tune.
Beste leerling van Bint, dit moet ik toch echt tegenspreken. Het was wel degelijk Siebel die het zong. Maar dank voor de verwijzing naar Shurtleff. Die heeft het nummer inderdaad ook opgenomen. Helaas niet te vinden op Spotify.
Ach ja, de geleerden weten het zoals altijd weer beter. “Wim Bloemendaal onthulde pas na jaren wie de zanger van het programma Nashville was.”Onzin, ik heb dat meteen gedaan, waarom zou ik daar jaren mee wachten?