Het onderwijs, en zeker het basisonderwijs, wordt de laatste jaren geconfronteerd met een wildgroei aan maatschappelijke claims. Een vreeswekkend palet aan sociale en maatschappelijke problemen wordt over het schoolhek gekieperd, meestal voor het gemak van de leerkracht alvast voorzien van een ‘uitgebreid lespakket’ en als het even kan een nauwelijks af te slaan aanbod aan bijscholing en ‘inspirerende startmeetings’. Zo hebben de basisscholen zich de afgelopen jaren kunnen uitleven op maatschappelijke thema’s als cyberpesten, obesitas, valtechniek, mensenrechten, militaire veteranen, omgaan met geld, burgerschap en de troonswisseling. Tja – waar anders dan in het onderwijs vind je zoveel jongeren in één keer op één adres bij elkaar? Dat scheelt een hoop porto. Jammer alleen dat die scholen hun kinderen ook nog taal en rekenen moeten leren. En dat de samenleving steeds harder klaagt over het onderwijsniveau. Maar goed, nu is het de politie die de Nederlandse basisschool als pedagogische legbatterij heeft ontdekt. Want het wordt hoog tijd dat kinderen eens leren wat ze moeten doen als er een ‘leeftijdsgenoot’ wordt vermist. Keer op keer worden er leeftijdgenoten vermist, en geen kind dat weet wat het moet doen. Laat staan dat het weet wat het moet doen als het zelf ontvoerd wordt, een situatie die immers aan de orde van de dag is. Wie kent niet iemand van wie recentelijk een kind ontvoerd is? Nou dan. Uiteraard krijgen de scholen een ‘speciaal lespakket’. Als nu nog kinderen ontvoerd worden, ligt het gewoon aan de school.
gelukkig laten scholen zich alleen wat aanleunen als het schuift