Het Mundaneum was, op zijn zachtst gezegd, een nogal ambitieus plan. De Belgische jurist Paul Otlet en Henri LaFontaine, de latere winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede, begonnen in 1910 met een project om de complete menselijke kennis bijeen te brengen op fiches. De collectie zou de kern worden van een ‘Wereldstad’, ontworpen door Le Corbusier, een kenniscentrum dat de wereld moest inspireren met zijn bibliotheken, musea en universiteiten. De volgende decennia bouwde het team van Otlet aan een catalogus van meer dan twaalf miljoen kaarten met samenvattingen van boeken en tijdschriften. De volgende stap was een betaalde research service. Per jaar kwamen met de post en de telegraaf vanuit de hele wereld zo’n vijftienhonderd verzoeken om informatie.
Toen het steeds lastiger werd om alles op papier te blijven doen, bedacht Otlet een ander systeem: een mechanische database, bereikbaar via een wereldwijd netwerk van wat hij noemde ‘elektrische telescopen’. Tot zijn grote teleurstelling kon de Belgische regering maar weinig enthousiasme opbrengen voor het idee. De wereld had in 1934 andere dingen aan het hoofd. Het Mundaneum moest door geldgebrek verhuizen naar een kleiner pand, en uiteindelijk de deuren sluiten. Het echte einde kwam toen de Nazi’s België binnenvielen en soldaten de duizenden kaartenbakken van het Munaneum in de fik staken.
Otlet stierf in 1944. Tegenwoordig wordt hij beschouwd als een van de grondleggers van de informatiewetenschappen. Zijn visioen van een wereldwijd, doorzoekbaar netwerk van onderling verbonden documenten, was de oerversie van het internet.
Wat er over is van het Mundaneum (boeken, affiches en kasten met originele indexkaarten), is nog te zien in Museum Mundaneum in Mons, België.
In de video de verbazingwekkende toekomstvisie (1934) van Paul Otlet:
Geef een reactie