“Het puntje van een gauwe pen, Is’t felste wapen dat ik ken.” Nou had Jacob Cats ook kunnen schrijven ‘een gauwe tong’, maar dan had het niet gerijmd, en dat was natuurlijk geen optie. Hoe dan ook, dat spreekvaardigheid een rol speelt in het militaire domein, blijkt eens te meer uit het bericht vandaag in de Volkskrant. Nederland wil dolgraag militairen uitzenden voor een militaire trainingsmissie in Mali. Eerder hadden we te lang geaarzeld, en waren anderen ons voor. Maar die gaan nu naar huis. Dus zijn wij aan de beurt, zou je zeggen. Maar zo eenvoudig gaat dat niet. “Het aanbod van andere lidstaten is groot en het is bijna dringen,” zegt minister Timmermans. En dat is nog niet het ergste. Er is ook een taalprobleem. Onze jongens spreken namelijk geen Frans. En dat is lastig in Mali. Want hoe leg je met handen en voeten aan die Malinese militairen uit hoe je een AK40 schoonmaakt of een bermbom ontmantelt? Afrika kent 21 landen waar Frans de officiële taal is. Daaronder zijn (potentiële) brandhaarden als Nigeria, Niger, Tsjaad, Senegal, Guinee, Congo en Rwanda. Onbegrijpelijk. Hoe kunnen die landen denken dat wij ze komen helpen, als ze zo’n rare taal spreken?
Geef een reactie