Op 8 augustus overleed ‘Cowboy’ Jack Clement, hij was 82. Dat ‘Cowbow’ mag met een korrel zout genomen worden: hij droeg bij voorkeur slippers en Hawaii-shirts. Maar dat hij zich met ‘cowboy’-muziek bezighield, daar gaat niks vanaf, zolang we het dan maar hebben over een genre dat wel alternatieve country, americana of ‘roots’ genoemd wordt. Op dat terrein was Jack Clement een van de aartsvaders – als zanger, componist en misschien nog wel het meest als producer. In die hoedanigheid werkte hij met grote namen als Chet Atkins, Doc Watson, Johnny Cash, Don Williams, Townes van Zandt, John Hartford en Waylon Jennings. In 1956 al huurde Sam Phillips van het legendarische Sun Records in Memphis hem in als opnametechnicus en producer voor Jerry Lee Lewis, Carl Perkins, Roy Orbison en Charlie Rich. Een aantal jaren later begon hij voor zichzelf en opende hij in zijn garage in Nashville Jack Clement Studios. Zie je dat op een album staan, dan kun je rekenen op een uniek zuivere, warme en verzorgde sound. Hij maakte zelf ook muziek. In 2004 kwam I Guess Things Happen That Way uit, een jaar gevolgd door Connect Set en de dvd-documentaire Shakespeare Was A Big George Jones Fan. In 2011 overkwam hem een ramp, toen zijn huis afbrandde. Zelf wist hij het vege lijf te redden. Hij stond naar de brand te kijken gehuld in een Elvis Presley-badjas. In januari van dit jaar organiseerden zijn vrienden voor hem een eerbetoon in Nashville, onder de titel Honoring A Legend, A Tribute To Cowboy Jack Clement, waar hij zelf – inmiddels danig verzwakt door leverkanker – ook een optreden verzorgde. Klik hier voor het roerende slotakkoord: het van de Rolling Stones bekende No expectations.
Geef een reactie