Literatuur, vindt de Israelische schrijver Amoz Oz, is een brug tussen volkeren. En zich inleven in iemand kan een tegengif tegen fanatisme zijn. “Van inleven word je niet alleen een betere zakenman of minnaar, je wordt er zelfs een beter mens van. Een deel van de tragedie tussen Joden en Arabieren is de onmogelijkheid van velen zich in elkaar in te leven.” Dat inleven kan door middel van literatuur, volgens Oz. “Als gewone toerist loop je over straat, kijk je omhoog langs de gevel van een oud huis en zie je een vrouw uit haar raam staren. Daarna loop je weer door. Maar als lezer overkomt je meer; je bent bij haar, in haar kamer, in haar hoofd.” En nu we het toch over Joden, Palestijnen en literatuur hebben: Grillroom Jeruzalem van P.F. Thomése. Geen roman, maar een verslag van de vage excursie door Israel en de bezette gebieden van een ‘speciale schrijversdelegatie’, naast Thomése bestaande uit de ‘excentrieke publiekslievelingen Jan Siebelink, Rosita Steenbeek en de eigenzinnig orthodoxe priester Antoine Bodar’. Alles op uitnodiging van de NCRV, die opnames wil maken voor een tv-programma. Thomése weet zelf niet wat hij in die delegatie en in dat gebied te zoeken heeft, en vindt het aanvankelijk allemaal maar niks. Zijn reisverslag is even onthutsend als hilarisch, en in elk geval aangrijpend en realistisch genoeg om duidelijk te maken dat het een illusie is om te denken dat het ooit nog goed komt tussen de Joden en Palestijnen. “Iedereen is hier slachtoffer en dader, om het even of je nu Palestijn bent, christen of Israeli, jood of molsim. Of, desnoods, helemaal niets.” Grillroom Jeruzalem is geen roman, geen fictie, hoewel je dat nooit zeker weet, zeker niet als ergens zo nadrukkelijk staat: “Helaas zitten we niet in een roman, dus mag ik er niks bij verzinnen.” Maar het is goed en spannend geschreven en geeft wel degelijk inkijk in kamers (vaak door de Israeli’s ‘om veiligheidsredenen’ verwoest) en hoofden (“rot op, toeristen, zeggen hun ruggen en hun achterhoofden”). Een bezoek aan Gaza-Stad:
Soms herken ik door de gore grauwe afbraakflats heen de welstand van de mediterrane badplaats van weleer, met ansichtkaarten van zonnige jongens en meisjes en vrouwen in doorschijnende zomerjurken en mannen in cabriolets, bijvoorbeeld wanneer we een brede avenue inslaan, met in het midden zo’n groene oase waar normaal gesproken bloeiende oleanderstruiken horen te staan. Wat resteert, is een strook van leem en zand vol kuilen. De voormalige appartementscomplexen zien er nu uit als uitgewoonde communistische troep waar de gezinnen met lappen wasgoed en al uit het verrotte beton naar buiten puilen. Het geeft een idee van hoe het ooit geweest kan zijn.
Aanrader, voor een tientje.
margo de vries zegt
Inderdaad een aanrader, ik heb het boek met veel plezier gelezen. Nu bezig met “Onder Vrienden’van Amoz Os. Een prachtige verhalenbundel over het leven in een kibboets. Ik weet niet of er nog steeds kibboetsen bestaan, maar wat een burgerlijk bekrompen sfeertje. Gruwelijk! Maar wel mooi opgeschreven, dus ook een aanrader.