De een zet zoveel mogelijk geld opzij voor later, de ander jaagt het er zo snel mogelijk doorheen. Sommigen doen graag iets aan hun conditie, anderen hangen het liefst op de bank met een zak ribbelchips. Dat bepaalt iedereen toch helemaal zelf? Vergeet het maar. Ons gedrag en onze keuzes worden beïnvloed door de taal die we spreken. De woorden en grammaticale structuren van verschillende talen corresponderen met verschillende leefpatronen. De manier waarop mensen kleuren zien, hangt bijvoorbeeld af van hun taal. Het Vietnamees heeft hetzelfde woord voor blauw en groen. Vietnamezen hebben grote moeite deze kleuren van elkaar te onderscheiden. Keith Chen, hoogleraar economie aan de Universiteit van Yale, ontdekte dat dit ook geldt voor de begrippen ‘nu’ en ‘in de toekomst’. Er zijn in dat opzicht twee soorten talen. De ene soort maakt onderscheid tussen ‘nu’ en ‘de toekomst’. Engels en Nederlands zijn zulke talen, wij hebben een toekomende tijd: “morgen zal het koud zijn”. De andere soort kent dat onderscheid niet en gebruikt voor ‘nu’ en ‘in de toekomst’ dezelfde grammaticale constructie. In het Fins bijvoorbeeld zeg je “vandaag is het koud” en “morgen is het koud”. Wat blijkt nu? Finnen sparen meer en leven verstandiger dan Engelsen en Nederlanders. Professor Cheng denkt dat dit komt omdat de sprekers van een ‘toekomstloze’ taal de toekomst als even dichtbij en belangrijk als het heden beschouwen, terwijl een taal mét toekomst eerder de suggestie in de hand werkt dat de toekomst ver weg is, en in elk geval niet iets om je vandaag al zorgen over te maken. Cheng: “Onze taal is veel meer dan alleen een manier van spreken. Hij bepaalt hoe we met ons geld omgaan, hoe we eten, ademhalen, leven en sterven.” Deze prachtige animatievideo legt het glashelder uit. Zal het glashelder uitleggen. (Bron: Huffington Post.) (Foto: David van der Mark)
Geef een reactie