Oud zijn, en toch nog zoveel glans.
De breuken rimpels van de tijd.
Een stilte na de roes en na de dans,
voorgoed een dieper leven toegewijd.
In deze vaas werd wijn bewaard.
Nog rankt de wingerd om de schouder.
Een vrouw die met een satyr paart
glimlacht, haar wellust wordt niet ouder.
Het eeuwig leven van de mensen
en dan dit korte ogenblik:
ons eigen leven met zijn vrome wensen,
zijn nooit berustend, jagend ik.
Ik teken dit gedicht: een scherf
waarin ik harde lijnen kerf.
Ik stop het in de rulle aarde weg:
een kindergraf waarin ik stilte leg.
Alles begraven zal de tijd,
in zijn goede barmhartigheid.
F.L. Bastet (1926-2008)
Uit: Gedichten
Uitgever: De Arbeiderspers, Amsterdam 1960
Klik hier voor een uitvoerige analyse van dit gedicht. En hier voor een eerdere OCW-post over het maken van Griekse vazen.
Geef een reactie