Soms haalt het toeval rare fratsen uit. Bijna tegelijkertijd ontving de OCW-redactie twee berichten die op een merkwaardige manier met elkaar te maken hebben. Eerst meldde The Art Newspaper dat op de Frieze-kunstmarkt in Londen een pas ontdekt schilderij van Pieter Breughel de Jongere geveild gaat worden. De Nederlandse kunsthandelaar Johnny van Haeften beweert De Volkstelling in Bethlehem (1611) in Oost-Afrika gevonden te hebben, en dat het altijd in bezit is geweest van de familie die het ooit rechtstreeks van de schilder heeft gekocht, voor de prijs van 200 florinten; de kwitantie is helaas in de tweede helft van de vorige eeuw zoekgeraakt (“Ik heb hier allemaal nog oude bonnetjes. Wat doen we daarmee?”). Het schilderij wordt op de veiling ingezet voor zo’n zeven miljoen euro.
Het andere bericht ging over Ötzi de IJsman, wiens 5.300 jaar oude mummie in 1991 werd gevonden in de Italiaanse Alpen. Wat blijkt uit een DNA-onderzoek van het academisch ziekenhuis van Innsbrück? In het betreffende gebied leven nog negentien mannelijke familieleden van Ötzi. Zij en de IJsman zouden afstammen van een gemeenschappelijke voorvader die zo’n tienduizend jaar geleden geleefd moet hebben. Zoals bekend is Ötzi waarschijnlijk om het leven gekomen door een klap op zijn hoofd en een pijl in zijn schouder, nadat hij in een valstrik was gelokt. Hij had last van kiespijn en leed aan de ziekte van Lyme. Over de gezondheid van zijn negentien verre neven is niets bekend gemaakt.
Geef een reactie