Als de filmkritiek nauwelijks sterren en bollen genoeg in huis heeft om een film de hemel in te prijzen, denk je: eerst maar eens zien. Je bent Tukker of je bent het niet. In het geval van La vie d’Adèle leek de loftrompet amper tot zwijgen te brengen. Sublieme film, meeslepend meesterwerk, een film die nog lang nazindert, puur en eerlijk, prachtig coming-of-age drama, Gouden Palmen, het hield niet op. Ja, hij duurt wel drie uur, maar daar merk je niks van, en aan het eind zeg je volgens de Volkskrant: ik wil meer, meer liefde, muziek, dans, feestjes, werk, spaghetti, schilderijen, meer Adèle, meer Emma. Gelukkig was er ook een tegengeluid: Humo vond het maar een slap twijgje, die Gouden Palm-winnaar: ‘een werkelijk doodsaaie film van een middelmatige regisseur die bitter weinig te vertellen heeft’. En er was het gedoe over de regisseur, die wat ruw met de beide hoofdrolspeelsters was omgegaan. Ze moesten elkaar slaan en het snot van de mond zoenen. Dat zal wel, in de film was het nauwelijks te zien. Dat snot was er wel, maar meer ook niet. En er was welgeteld één klap. En die seksscène dan? Tja, daar had eventueel de helft van afgekund. Feit is wel dat die beide meiden een knap stukje acteerwerk hebben neergezet, of het nou ondanks of dankzij de regisseur was. Al met al gerust een mooie film, al had hij best een uurtje korter mogen duren.
Geef een reactie