Als je in Istanbul Kafe Ara uitloopt en rechtsaf gaat, de chique winkelstraat Istiklal Cadessi door, sta je in een paar minuten op het Taksimplein. Iets verderop de groene contouren van het Gezipark. Op deze zaterdagavond is het rustig. Er worden gepofte kastanjes verkocht, en geroosterde maiskolven. Jongeren hangen wat bij elkaar, maken muziek, drinken een Efes. Toeristen laten zich fotograferen voor het standbeeld van Atatürk. Het enige wat de vredige sfeer verstoort, is de zwijgende aanwezigheid van een tot de tanden gewapende eenheid ME’ers, compleet met pantservoertuigen, voorzien van waterkanonnen. Je vraagt je af of die jongens op hun zaterdagavond liever niet óók muziek zouden maken en Efes drinken. Een paar maanden geleden ging het hier heel anders toe. Meedogenloos hakte de politie in op de honderdduizenden betogers die hun kwetsbare democratie verdedigden tegen de aanmatigende hoogmoed van hun regering. Wie denk je wel dat je bent, Tayyip Erdogan, dat je meent ons Gezipark – hoe verloederd ook – te kunnen inpikken om er een shopping mall te laten neerzetten, nota bene door je eigen schoonzoon? Niemand zit te wachten op een nieuw winkelcentrum, we hebben winkels genoeg, op elke hoek van de straat, gerund onze eigen mensen. Blijf met je tengels van onze stad af. We leven hier in vrede, geven elkaar de ruimte, alles gaat prima, zolang jij en je kliek ons maar met rust laten. Maar nee, jij laat je ordediensten traangasgranaten op ons afvuren. Jij blaast ons omver met waterkanonnen. En je vermoordt onze vrienden die niets anders doen dan hun land en vrijheid verdedigen tegen hun eigen corrupte leiders.
Die avond was het rustig op het plein. De gemoederen lijken bedaard. De rust is echter bedrieglijk. Tayyip is slim genoeg om zijn plannen even in de koelkast te zetten. Maar niemand in Istanbul denkt dat het daarbij zal blijven. Opnieuw zullen sirenes loeien, wapenstokken striemen, geweren ratelen en slachtoffers vallen.
Geef een reactie