Dit jaar is het veertig jaar geleden dat twee studenten van Garfield High School in Los Angeles, David Hidalgo (gitaar, accordeon) en Louie Perez (percussie), besloten een bandje op te richten, dat ze vanuit hun voorkeur voor de Mexicaanse muziek Los Lobos noemden. Ze vroegen twee medestudenten, Cesar Rosas (gitaar) en Conrad Lozano (bas) erbij en tien jaar lang verdienden ze een paar stuivers als bruiloftband. Ze speelden alles van hard-rock tot free-jazz, en vooral de Mexicaanse muziek waar ze mee opgegroeid waren. Al met al een treffende afspiegeling van de Amerikaanse culturele stamppot. Pas in 1983 kwam hun eerste officiële plaat uit: And A Time To Dance. Producer T-Bone Burnett introduceerde saxofonist Steve Berlin, die al snel vast lid van de groep werd. In deze samenstelling bestaat Los Lobos nog steeds. Om commercieel succes hebben de wolven zich nooit ernstig bekommerd. Toen tot hun eigen verbazing La Bamba, titelsong van een film over Richie Valens, een immense hit werd, kropen ze ijlings in hun artistieke schulp en brachten La Pistola y el Corazón uit, een prachtig, maar zeer on-commercieel album met Mexicaanse volksmuziek. Kiko uit 1992 wordt algemeen beschouwd als het hoogtepunt in het oeuvre van de band. Om het twintigjarig bestaan te vieren, kwam in 1993 onder de veelzeggende titel Just Another Band From East-L.A. een retrospectief uit. Ter gelegenheid van het veertigjarig jubileum is er nu de semi-akoestische live-cd Disconnected, in december 2012 opgenomen in New York. De band heeft ook na vier decennia nog niets aan vitaliteit en vakmanschap ingeboet.
Geef een reactie