Voor de westkust van het Griekse vasteland ligt Lefkas. Je bereikt het via een smalle dijk. Je komt aan in de hoofdstad van het schiereiland. Deze stad heet eveneens Lefkas. Het schijnt dat de naam samenhangt met de witte rotsen die aan de westkust hoog uit de zee oprijzen. We gingen daar maar eens kijken, in 2003: op de kaart stonden langs de kustlijn her en der blauwe parasolletjes getekend. We konden niet bevroeden dat ons een huiveringwekkende ontmoeting te wachten stond.
Lefkas is een paradijs voor haarspeldliefhebbers en bochtenwringers. Maar de weg omlaag naar de baai van Gyalos slaat in dit opzicht alles. Je kunt hier niet anders dan in de één naar beneden, en dan nog moet je voor elke bocht vol bijremmen. Dit duurt zo’n drie kilometer. Met een zucht van verlichting bereik je het strand en je wilt er nog maar even niet aan denken dat je straks ook nog weer omhoog moet.
Er was een soort tentje met rieten afdak, waar reggaemuziek gedraaid werd. Toen we een tijdje vanaf de terrasstoelen over de – ik kan het ook niet helpen – ‘azuurblauwe’ zee hadden uitgekeken, hoorden we het aanzwellende gegier van een brommer. Twee mannen stapten af en gingen aan de andere kant onder het afdak zitten. Een van hen kwam me vaag bekend voor. Een jaar of zestig, stevig gebouwd, kop met vol, grijs haar, leesbril. De ander was jonger. Breedgeschouderd, gemillimeterd, veel te bruin, zwarte zwembroek, strakke zonnebril, mobieltje in de hand. Ze gingen naast elkaar zitten en zetten de voeten net als wij op de houten balustrade. De grijze krullebol begon een document door te nemen, waarin hij af en toe iets onderstreepte. Opeens ging er een schok door me heen: Karadžić! Verdomme nog aan toe, waarom niet. Ver weg van de bewoonde wereld, aan het uiterste eind van een leeg Grieks eiland, waar je alleen kunt komen langs een afzichtelijke kronkelweg van drie kilometer! Wie zoekt hem hier? Natuurlijk was die bruine beer zijn lijfwacht en natuurlijk zat Karadžić hier zijn eventuele verdediging voor het Joegoslavië-tribunaal voor te bereiden. Ik fluisterde zijn naam tegen degene die naast mij zat. Maar ik deed dat toch niet zo zacht, of de kleerkast had het gehoord en begon uitvoerig onze kant op te kijken. (Precies vijf jaar later, op 21 juli 2008, werd Radovan Karadžić door de Servische autoriteiten in een stadsbus te Belgrado gearresteerd. Hij was onherkenbaar door een grote bril, een lange witte baard en lang wit haar, boven op zijn hoofd bijeengebonden in een knotje. Hij was werkzaam als alternatief genezer in een privékliniek.)
Geef een reactie