Je kunt je haast niet voorstellen dat al die schilderijen van een en dezelfde kunstenaar zijn. De borden in de verschillende zalen van het Stedelijk Museum vormen al haast een modernistisch gedicht op zich: impressionisme symbolisme fauvisme neo-primitivisme kubo-futurisme a-logisme suprematisme en – eindelijk – post-suprematisme. Iemand die zo alle kanten op waait, kan niet altijd uitblinken. Op bepaalde terreinen – impressionisme, kubisme – hebben anderen meer geëxcelleerd. Maar als Malevich uiteindelijk (nee, bijna uiteindelijk) de uiterste conclusie trekt van het denken in steeds abstractere vormen, en hij het suprematisme uitvindt (de ‘uiterste kunst’, volledig losgezongen van iedere figuratie), dan is er toch werkelijk sprake van een groot creatief genie. Het zwarte
“We willen de wereld opbouwen volgens een objectloos systeem, ons steeds verder verwijderend van het object, zoals de schepping van de natuur door de kosmos.”
Kazimir Malevich, Brief aan Nederlandse kunstenaars, 1922
vierkant is mooi in zijn onverbiddelijke onontkoombaarheid. Prachtig om te zien hoe die kerels in dat tijdperk van de grote veranderingen worstelen met hun artistieke en maatschappelijke ideologieën, en met een staat die alles wil kanaliseren, ook de woeste vloedgolven van zijn weerbarstige creatieve elite. Uiteindelijk (ja, nu wel) komt ook Malevich tot bedaren en maakt hij nog enkele verbluffend mooie portretten. Het is redelijk vol op deze maandag in de kerstvakantie. Wat wil je, Malevich, daar moeten we heen! Natuurlijk ook de onvermijdelijke Amsterdamse Montessorimoeders die hun zesjarige tongpunt-r-dochters helpen met de puzzeltocht. “Welke kleur komt in al deze schilderijen maar één keer voor?” Ik krijg behoefte aan patat, bier en voetbal. Geheel verlaten is de zaal met architectons: suprematisme in drie dimensies; abstracte architectuur, bedoeld om in te denken, niet om in te wonen.
Geef een reactie