Alleen al de pagina in de Volkskrant gisteren, met al die vrolijke schilderijen van Miró, zou het Portugees parlement toch moeten bewegen nooit ofte nimmer goedkeuring te hechten aan het plan van staatssecretaris ‘van’ Cultuur Jorge Barreto Xavier om 85 Miró’s te laten veilen. Hij vindt de collectie ‘niet van groot belang voor Portugal’ en hoopt met de veiling 35 miljoen euro binnen te halen (in andere berichten is sprake van 100 miljoen), waarmee het begrotingstekort weer een klein beetje kleiner zou worden. (Halbe Zijlstra is toch niet onder een andere naam in Lissabon aan het werk getogen?) Uiteraard is er verzet. De verzameling wordt door Portugese kunstkenners beschouwd als ‘een van de belangrijkste Miró-collecties ter wereld’. De Portugese overheid kreeg de schilderijen in handen toen de BPN Bank werd genationaliseerd. Hing er bij ABN AMRO eigenlijk ook kunst aan de muur, of hadden ze daar slechts oog voor de hoogte van hun bonussen? Overigens blijft het een lastige vraag of het gerechtigd is kunst te verkopen, louter om het geld,en bijvoorbeeld niet om er andere kunst voor terug te kopen. Eerlijk gezegd: nergens is te lezen waar die Miró’s dan wel te zien zouden zijn, en afgelopen zomer hebben we Portugal van zuid naar noord doorkruist, zonder ook maar een spoor van Miró te ontwaren. Zó opgetogen zijn die Portugezen kennelijk ook weer niet over die belangrijke collectie. Als ik staatssecretaris van OCW was, en er was nog wat geld over, dan wist ik het wel. Binnenhalen die hap. Het land zou er van opklaren. (Collega J. (kunstgeschiedenis) zei vanmiddag dat hij niet zó kapot was van Miró. ‘Er is wel erg veel van hem in omloop, en vaak herhaalt hij zichzelf.’ Hetzelfde verwijt kreeg Gerard Reve nogal eens in de nadagen van zijn carrière. ‘Wie moet ik anders herhalen?’ was steevast zijn antwoord.)
Geef een reactie