De Vesuvius loert over de Golf van Napels als een toornige, onvoorspelbare godheid. Het verhaal over de uitbarsting in het jaar 79, die Pompeii en Herculaneum bedolf onder een metersdikke laag as, stof en lava, is zo vaak verteld en uitgebeeld in literatuur en kunst, dat het bijna een mythe is geworden. Maar voor de duizenden getroffenen was het plotselinge einde van hun leven maar al te realistisch. Sindsdien is de Vesuvius nog tientallen keren ontploft. Soms met talloze slachtoffers, zoals in 1631, soms zonder doden maar met onvoorstelbare materiële schade. De laatste grote uitbarsting was zeventig jaar geleden, op 18 maart 1944, midden in de oorlog. Deze werd gefotografeerd door de grote Britse fotograaf George Rodger. Ze werden gepubliceerd in LIFE. Het blad merkte op dat de uitbarsting de gruwelen van de oorlog nog weer een flinke graad erger maakte, met duizenden extra vluchtelingen. Maar LIFE citeerde ook de directeur van het Vesuvius Observatorium, professor Guiseppe Imbo, die handenwrijvend wees op de bijzondere verstandhouding van de Napolitanen met hun onberekenbare buurman: “Een wonderbaarlijk ding, mijn Vesuvius. Hij bedenkt het land met een waardevolle aslaag, die de aarde vruchtbaar maakt en de wijnranken doet groeien en bloeien. Daarom is het dat de mensen na elke uitbarsting opnieuw hun huizen bouwen op de flanken van de vulkaan. Daarom is het dat ze het daar de compania felix noemen, het gelukkige land.”
Geef een reactie