Zo, die crisis hebben we ook weer gehad. Over acht jaar lezen we in de krant dat de komende crisis wel haast net zo desastreus kan worden als die van rond 2010 – en zoals met alle voorgaande crises zullen we ons afvragen: 2010? Crisis!? Kan ik me niks van herinneren. Enfin, nu de bezuinigingen uit de tijd zijn, staan alle politieke partijen in de rij hun hand op te houden. De VVD wil lastenverlichting voor de midden- en hogere inkomens. D66 bepleit ook lastenverlichting, maar zegt niet voor wie. Slob van de ChristenUnie komt op voor de ouderen, de jeugdzorg en de laagste inkomens. En ook de PvdA denkt vooral aan de arme sloebers. SGP, altijd in de bres voor tolerantie en vreedzaamheid, zet transporthelikopters en patrouilleschepen op het verlanglijstje. Nergens in het hele Volkskrant-artikel valt het woord onderwijs. Een paar pagina’s verderop lezen we hoe de voorzitter van de vakbond Leraren in Actie in de Tweede Kamer vergeefs wappert met zijn door 46.928 burgers ondertekende petitie tegen volle klassen. Over vier jaar moet het gemiddeld aantal leerlingen per klas zijn teruggebracht van 28 naar 24. “Want willen we nu wel of niet bij de beste onderwijslanden ter wereld horen?” Tja, was het maar zo simpel. De relatie tussen klassengrootte en onderwijskwaliteit is uiterst discutabel. Dat blijkt ook uit de reacties van de volksvertegenwoordigers. Ieder haalt uit de statistieken precies datgene wat hem in de kraam te pas komt. Hoewel je intuïtief zou denken: hoe kleiner, hoe fijner, staat lang niet vast dat kleinere klassen automatisch tot betere leerprestaties leiden. Er zijn zoveel factoren die de prestaties van een klas beïnvloeden, dat het effect van klassenverkleining nauwelijks aan te tonen is. Kijken we naar het belang van de leraar, dan wordt het een ander verhaal. Vier kinderen meer of minder in de klas maakt een wereld van verschil voor de werkdruk. Zeker als die ‘vier minder’ ook nog eens kinderen zijn die eigenlijk in het speciaal onderwijs thuishoren.
Geef een reactie