‘Ook gij, Brutus?’ Dat waren volgens de overlevering de laatste woorden van Julius Caesar, toen hij in 44 v. Chr. doodgestoken werd. Ja, ook Brutus, beschermeling van Caesar, was een van de daders. ‘Et tu?’ zou Caesar in zijn beste Latijn geroepen hebben. Dit is vrij onwaarschijnlijk, want Caesar sprak Grieks, en zei: Kai su, technon, wat zoveel betekent als ‘en jij, mijn kind’. Deze woorden worden vaak geïnterpreteerd als het aangrijpende verwijt van een verraden Romeinse machthebber aan zijn buitenechtelijk kind dat tot zijn moordernaars blijkt te horen: “Hoor jij ook bij dat stelletje schurken, mijn zoon?” Maar dan ziet de schrijfster Caroline Lawrence bovenstaand fresco hangen op een tentoonstelling in het Britisch Museum. We zien een feniks en twee pauwen. Het
hing ooit in een soort snackbar in Pompeii. De slagzin luidt: ‘Phoenix felix et tu’, oftwel ‘de feniks is blij, en jij ook!’ Hoe zit dit? Voor de Romeinen was de pauw een van de dingen die het gevaar tegenhielden. De feniks kan dus niks gebeuren, met die pauwen in de buurt. ‘Et tu’ wil hier zeggen: ‘en hopelijk geldt hetzelfde voor jou’. Dat ‘et tu’ bracht Lawrence ertoe nog eens goed na te denken over die laatste woorden van Caesar. Zij kwam tot de conclusie dat de dictator helemaal niet teleurgesteld klaagde over de ontrouw van zijn bastaard, maar Brutus integendeel precies hetzelfde toewenste als wat hem op dat moment overkwam. Van hetzelfde laken een pak, Brutus!
[…] Zie ook: Insgelijks, Brutus! […]