Daarnet stonden we voor een van de meest bijzondere schilderijen uit het oeuvre van Rembrandt: De samenzwering van Claudius Civilis. Oorspronkelijk het grootste doek van Rembrandt ooit: maar liefst vijf bij vijf meter. Het was bedoeld voor het toenmalige stadhuis, nu het Paleis op de Dam. De opdracht van het gemeentebestuur was de opstand van de Bataven tegen de Romeinse bezetters in beeld te brengen, zoals die beschreven is door de geschiedschrijver Tacitus. De leider van de rebellen was Claudius Civilis, die de Bataafse krijgsheren uitnodigde voor een bijeenkomst in een heilig woud, om gezamenlijk – door het kruisen van de zwaarden – een eed af te leggen en voor de vrijheid te vechten. Rembrandt koos voor een zeer originele enscenering, waarbij de rond een tafel gezeten samenzweerders beschenen worden door een fel, mysterieus licht waarvan de herkomst onduidelijk is. In de originele setting stond de tafel op een soort podium en onder een grote boog, met op de achtergrond een immens donker vlak. Dit is nog te zien op een schets, die nu in München hangt. Het enorme schilderstuk viel door zijn woeste karakter niet echt in de smaak bij de Amsterdamse regenten. Binnen een half jaar kreeg Rembrandt – op dat moment financieel aan de grond en artistiek hopeloos uit de mode – het werk retour, met de opdracht het flink aan te passen.
Civilis riep de stamleiders en de felste mannen bijeen in een heilig woud, zogenaamd voor een banket. Zodra hij zag dat ze door nacht en feestvreugde verhit waren, begon hij over de roem en glorie van hun volk, om vervolgens alle onrecht en afpersingen en andere slavernij-ellende op te sommen. Dit was toch geen bondgenootschap meer zoals vroeger? Ze werden nu behandeld als een soort slaven! (Tacitus, Historiën)
Verontwaardigd eiste hij voor het extra werk betaald te worden. Toen dat geweigerd werd, hield Rembrandt het schilderij zelf, en sneed er aan alle kanten een flink stuk af om het verkoopbaar te maken. Uiteindelijk kwam het in handen van de Koninklijke Zweedse Academie voor Schone Kunsten. Tegenwoordig hangt het in het Zweedse Nationale Museum in Stockholm. Het was in 1969 voor het laatst te zien in Nederland. En nu dus even (tot en met Koninginnedag) in de Eregalerij van het Rijksmuseum.
Klik hier voor een fragment uit Simon Schama’s serie The Power of Art over dit schilderij.
Geef een reactie