Je zult maar in Amstelveen wonen. Afgelopen donderdag kwam daar een eind aan het kleurrijke bestaan van Gwenette Martha, een kopstuk uit de Amsterdamse onderwereld. De Volkskrant informeerde bij Marjolein Smit, hoofd recherche politie Amsterdam, (‘juffrouw Smit’, zullen oudere inwoners van Hengelo nu grijnzend denken), naar de ins & outs. Echt een verrassing was deze liquidatie niet. In december nog richtte een onbekende in Amsterdam-Zuid een vuurwapen op het toch bijna niet te missen hoofd van Martha. Het wapen weigerde. De moord past in een serie afrekeningen ‘in het circuit’, waarin Najeb Bouhbouh, Rida Bennajem, Souhail Laachirn en Mohammed el Mayouri Martha voorgingen. Dit is nog maar de stand vanaf oktober 2012. Sinds 2000 telde de Amsterdams politie negen liquidaties per jaar, vertelt Smit. De recherche werkt ‘soms met meer dan honderd man aan de afrekeningen’. Honderd man! En helpt het? Niet veel kennelijk: Smit noemt de negen moordpartijen per jaar ‘een stabiele trend’. De vraag komt dan op: waarom maken wij ons nog druk om deze reidans van onderlinge wraakzucht? Als die hele kliek van criminele Marokkanen en Antillianen, want dat zijn ze, elkaar uitmoordt, dan lost het probleem zich toch vanzelf op? Dat is binnen het politieapparaat inderdaad een zienswijze, geeft Smit toe. Men noemt het TOM-zaken, ‘Tuig Onder Mekaar’. Smit ‘zit er zo niet in’: ‘Liquidaties zeggen iets over de aanwezigheid van georganiseerde misdaad in de samenleving. Landelijk neemt dat toe. Dat werkt ondermijnend.’ Iets eerder in het artikel heeft Smit al uitgelegd waar die honderd rechercheurs vandaan komen. Die waren vroeger druk met de bestrijding van huiselijk geweld, terrorisme, grote discriminatiezaken, zedenzaken, kinderporno, mensenhandel, woninginbraken en roofovervallen. Kennelijk zaken die minder ‘ondermijnen’ dan intercriminele liquidaties.
Klaas zegt
Juffrouw Smit: dat moet zo’n 55 jaar geleden zijn toen ze Hengelo liet kennismaken met de “klaar-overs”