Tempelhof. Ooit een van de grootste luchthavens ter wereld. Nu een gigantisch stadspark midden in Berlijn. Tussen de betontegels groeit mos, op de voormalige startbanen draaien racefietsers, skeeleraars en skateboarders hun rondjes. Er is een volkstuintje waar biologische groente gekweekt wordt. Een buizerd duikt op zijn prooi in het hoge gras. Het informatiecentrum is gesloten. Achter een hek is nog een ‘Rosinenbomber’ te zien, in de schaduw van de terminal – ooit het grootste gebouw ter wereld. De Douglas C-47 staat er als herinnering aan de glorieuze dagen van de luchtbrug, 1948-1949, toen Stalin de toegangswegen naar West-Berlijn had afgegrendeld als protest tegen de invoering daar van de D-Mark, volgens hem tegen de geallieerde afspraken in. Op hoogtijdagen landde er elke drie minuten een Amerikaans of Engels vrachtvliegtuig met levensmiddelen. Zo hield Tempelhof de Berlijners, die zich in de jaren na de oorlog steeds meer waren gaan ergeren aan de megalomane nazi-architectuur, in leven. Het Luftbrückendenkmal, in de volksmond ook wel ‘hongerklauw’ of ‘hongerhark’ genoemd, staat met zijn drie tanden symbool voor de luchtcorridors tussen Berlijn en het westen. Op de sokkel de namen van A.J. Burton, C.V. Hagen, M.E. Casey en negentig andere Amerikanen, Britten en Duitsers die ‘ihr Leben gaben für die Freiheit Berlins im Dienste der Luftbrücke 1948/1949’: in de hectiek verliepen lang niet alle 280.000 vluchten vlekkeloos. Door de jaren heen verloor Tempelhof aan betekenis en in oktober 2008 ging de stekker eruit. Nu is het een stadspark met de veelzeggende naam Tempelhofer Freiheit. Zo zal het blijven, want onlangs hebben 738.124 Berlijners zich in een referendum uitgesproken tegen stedebouwkundige ontwikkeling van het terrein.
Geef een reactie