Nog drie horrorverhalen uit het Berlijnse gruwelkabinet genaamd Topographie des Terrors. Hildegard Martins werd in 1939 als zesjarige opgenomen in de Wittenauer Heilstätten, een psychiatrische inrichting waar de nazi’s afrekenden met iedereen die geestelijk niet voldeed aan het ideaal van de oergezonde ariër. Hildegard leed aan epilepsie. Na als ‘idioot’ gediagnosticeerd te zijn, werd ze overgebracht naar het ‘euthanasiecentrum’ Landesanstalt Görden en vervolgens naar een onbekend, maar ongetwijfeld niet minder hels oord. Wanneer ze precies is omgebracht, is niet bekend.
In 1941 werd de 33-jarige jurist Wilhelm Zoepf aangesteld als leider van de ‘Zentralstelle für jüdische Auswanderung’ in Amsterdam en later als ‘jodenspecialist’ van de Gestapo bij de SD in Den Haag. Na de oorlog wist hij aan ieders aandacht te ontsnappen en was hij sporttherapeut en boekhouder. In 1959 bracht Nederlands onderzoek zijn verblijfplaats aan het licht. Nederland drong bij Duitsland aan op strafvervolging. In 1967 werd Zoepf, samen met zijn chef Wilhelm Harster en zijn trouwe assistente Gertrud Slottke, in München veroordeeld tot een gevangenisstraf van slechts negen jaar vanwege medeplichtigheid aan 55.382 moordzaken. Hij stierf in juli 1980.
Openbare vernedering van politieke tegenstanders was voor de nazi’s al snel een effectief intimidatiemiddel. Op 2 mei 1933 werd de democratisch gekozen SPD-parlementariër Hermann Weidemann door leden van de SA met een schandbord om zijn nek op een os als volksvijand door zijn woonplaats Hofgeisnar gevoerd. Talrijke nieuwsgierigen voegden zich blijmoedig in de stoet. Kennelijk werd Weidemann daarna vrijgelaten, maar in 1944 werd hij opnieuw gearresteerd en in concentratiekamp Sachsenhausen gevangengezet. Hij overleefde, en was van 1945 tot 1948 burgemeester van Hofgeisnar. Hij stierf in 1961, op 74-jarige leeftijd.
John zegt
I saw Hildegard’s pictures and story on a recent visit to Berlin and I am haunted by her image and story.