Vandaag niet verder gekomen in de krant dan het hart van het eerste katern. Daarvoor al gelezen over Hubert Möllenkamp, ex-topman van woningcorporatie Rochdale, die door niemand meer gebeld wordt, en zeker niet door zijn voormalige vastgoedvrindjes. “Huub,” zei zijn vrouw Alberdien, “neem nou eens een andere wagen dan weer een Audi. Er zitten toch veel leukere lease-auto’s in jouw prijsklasse.” Het werd de beruchte Maserati Quattroporte. Daarnaast regelde Möllenkamp nog een Volkswagen Beetle voor zijn zoon, een Mercedes SLK 500 voor zijn dochter, een Porsche 911 Cabrio voor in Spanje, een Porsche 911 Coupé voor in Spanje en voor zichzelf nog een Mercedes SL 500. Op de volgende pagina’s een gruwelverhaal over een vluchtelingenkamp in Zuid-Soedan, waar alles kapot is gemaakt in de burgeroorlog. Dan een aanklacht tegen ‘rolstoelgigant’ Welzorg, die gehandicapten teistert met wurgcontracten en een schandalig slechte dienstverlening. En dan dus die twee middenpagina’s, over kinderen die niet terugkwamen. Emmy van Dam, Gientje Beim, Jopie de Winter, Helena Loen, Johan Polak, ze kijken dwars door de lens van de camera naar hun zonnige toekomst, waarin ze plezier gaan maken en gelukkig zullen zijn. Op zondag 6 juni en maandag 7 juni 1943 werden ze vanuit Kamp Vught ( ‘de barakken waren vol’) op transport gezet naar Sobibor. Geen van hen kwam terug. Hun misdaad was dat ze joods waren. In het Verzetsmuseum in Amsterdam zijn 217 foto’s te zien van de 1.269 kinderslachtoffers uit Kamp Vught.
Geef een reactie