Amerikanen zorgen goed voor zichzelf. Tenminste, de Amerikanen die daartoe de middelen en mogelijkheden hebben. De minder fortuinlijken hebben een probleem, want ook díe moeten zichzelf redden. De overheid houdt zich op een afstand. Amerikanen zijn niet gediend van bemoeienis van bovenaf. Wat er voor de medemens in nood wordt gedaan, is hooguit vrijwilligerswerk. Een rotaryclub, een vrijmetselaarsloge, een kerkgenootschap. Gevolg is dat je op straat een onthutsende hoeveelheid krepeergevallen tegenkomt. Van de vijf voorbijgangers zijn er gemiddeld twee verminkt, geestelijk gestoord, verloederd, aan lage wal, dronken of op een andere manier ‘niet in orde’. Het aantal losers groeit. Het duurt nog wel even voor de opleving van de economie tot de onderste regionen van de samenleving is doorgesijpeld. Opvallend is de grote bloei van self-storage bedrijven. Langs de grote uitvalswegen zijn complete parken aangelegd met opslagboxen. Waar moet je anders heen met je spullen, als de bank je huis verkoopt omdat jij de rente niet kunt betalen. Wie gelukt heeft, vindt een plek in een trailer park, waar hij zijn werkloze dagen slijt op de trap naar de gammele deur van zijn woonwagen. Fotograaf David Waldorf maakte een reportage in een trailer park in Sonoma, Californië. “I traded the people who participated in this project for their time,” zegt Waldorf er voor de zekerheid maar bij. Klik hier voor de hele serie.
margo de vries zegt
Toch een beetje raar om na het lezen van dit stuk te klikken op “Like, vind ik leuk”.
Menno zegt
Deed me denken aan William Gedney foto’s uit Kentucky uit de jaren 60 en 70.
http://library.duke.edu/digitalcollections/gedney/Subject/Eastern%20Kentucky?page=1
ralev1 zegt
Prachtig, Menno. Dank!