“Ongehoorzaamheid is altijd een van de waardevolste en dierbaarste eigenschappen geweest die ik ken.” Nee, dit is geen uitspraak van Annie M.G. Schmidt (over wie een andere keer), maar van Hans Keilson. Het staat in Dagboek 1944. De Duits-Nederlandse schrijver, arts en psychiater week in 1936 uit naar Nederland. Tijdens de oorlog dook hij onder en nam hij deel aan het verzet. Vlak voor zijn dood in 2011 (102 jaar oud) dook een dagboek op dat hij in 1944 had bijgehouden. De fragmenten in De Groene Amsterdammer zijn veelbelovend en maken nieuwsgierig naar de rest van zijn werk, met name In de ban van de tegenstander, dat de New York Times er in 2010 toe bracht hem tot ‘one of the world’s greatest writers’ te kronen. Zo gaat het fragment verder: “Het is de ongehoorzaamheid tegenover de voorschriften, tegen de gangbare afloop van een gebeurtenis, zoals men het verwacht, zoals het hoort. Dit ‘men’ is de duivel van de beschaving. De grote verleider die wil dat al het andere niet beproefd, niet geprobeerd wordt. De Duitser heeft daar weinig van, van die ongehoorzaamheid; voor hem is gehoorzaamheid het onzevader. Helaas is de god tot wie hij bidt de domheid, en de kerk waar hij zijn gebeden zegt de Partij. Meneer Himmler is zijn paus!”
Intussen ging het leven gewoon verder:
Geef een reactie