Istanbul, 1975. Kemal, telg uit een rijke fabrikantenfamilie uit Istanbul, is keurig verloofd met Sibel, maar wordt op een dag smoorverliefd op een beeldschone winkelbediende, zijn verre nicht Füsun. De liefde is wederzijds. Als hij desondanks de verloving met Sibel niet verbreekt, houdt Füsun het voor gezien. Kemal is ontroostbaar. De relatie met Sibel loopt stuk. Een lijdensweg breekt aan voor Kemal. Na een tijdje komt hij weer in contact met Füsun, maar die is inmiddels getrouwd en woont met haar man in bij haar ouders. Jarenlang komt Kemal drie, vier keer per week op bezoek, om maar in Füsuns nabijheid te kunnen zijn. Intussen steelt hij aan één stuk door allerlei voorwerpen uit het huis, als herinneringen aan zijn onbereikbare geliefde. Anno 2014 is het huis van Füsun en haar ouders omgebouwd tot een museum, waar al die objecten te bezichtigen zijn. 4.213 door Füsun uitgedrukte sigarettenpeuken bijvoorbeeld. Het Museum van de Onschuld (Masumiyet Müzesi) is de meest recente roman (2009) van de Turkse Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk. Het is het relaas van een tragische liefde, maar ook de liefdevolle kroniek van het leven in Istanbul in de tweede helft van de vorige eeuw. Boek en collectie zijn tegelijk ontstaan en vormen een fascinerende verstrengeling van fictie en werkelijkheid. Elk hoofdstuk in het boek heeft een eigen vitrine in het museum. Je ziet er familiefoto’s. Krantenknipsels. Wekkers. Theelepels. Kleding. Ansischtkaarten. Trambiljetten. Voetbalplaatjes. En oorbellen, die een cruciale rol spelen in het verhaal.
emat53 zegt
Ja, de onschuld: een pleidooi om niet te (?) veel te weten te komen?