De mensheid heeft zich met haar hoogmoed bij het bouwen van die toren van Babel wel wat op de hals gehaald. De perikelen rond het vertalen van literaire teksten bijvoorbeeld. In de boekenbijlage van de Volkskrant bespreekt Britta Böhler Joost Pollmanns vertaling van Jozef en zijn broers, algemeen beschouwd als het magnum opus van Thomas Mann. Böhler staat vooral bekend als linksgeoriënteerde advocaat, maar is ook schrijfster. In 2013 verscheen haar roman De beslissing, over drie cruciale dagen in het leven van Thomas Mann. Böhler is gematigd positief (drie sterren) over de vertaling van Jozef en zijn broers. Ze vindt het ‘heel bijzonder’ dat Pollmann de vertaling heeft aangedurfd en waardeert het feit dat hij er bijna net zo lang aan gewerkt heeft als Mann zelf. Maar Böhler heeft ook kritiek, bondig samengevat in de kopregel boven de recensie: ‘Mann min de muziek’. Ze noemt drie criteria voor goed vertaalwerk. De tekst moet in goed Nederlands geschreven zijn, de betekenis van de woorden en zinnen moeten ‘kloppen’ en de originele stijl van het boek mag niet verloren gaan. Juist op dat belangrijke derde punt schiet Pollmann tekort, vindt Böhler. “Het gaat Mann nooit alleen om de betekenis van een woord, maar om het beeld dat hij wil oproepen, of om een ironische knipoog. Dit spel met de taal vindt men helaas onvoldoende terug. (…) Pollmanns Jozef is in ieder geval een zeer respectabel werk, maar een deel van Manns muzikale taal-magie is wel verloren gegaan.”
Goed vertalen is een manier om het werk van buitenlandse schrijvers toegankelijk te maken voor lezers die de oorspronkelijke taal niet machtig zijn. Maar er is nog iets. Het nauwgezet en (toch) creatief vertalen van buitenlandse teksten helpt enorm bij het onder de knie krijgen van de betreffende taal. Het vergroot de woordenschat en versterkt het inzicht in de structuur. Het is dan ook onbegrijpelijk dat bij het onderwijs in de moderne vreemde talen tegenwoordig nauwelijks nog vertaald wordt. Beter dan Thomas Manns tijdgenoot Stefan Zweig in zijn autobiografie De wereld van gisteren (nauwgezet en creatief vertaald door Willem van Toorn), kunnen we het niet verwoorden: “Juist doordat elke vreemde taal in zijn persoonlijke wendingen problemen creëert voor de vertaling, roept hij expressieve krachten op die anders niet gebruikt zouden worden, en deze strijd om de vreemde taal onvermoeid het meest eigene af te dwingen en de eigen taal te noodzaken tot hetzelfde plastische vermogen heeft voor mij altijd een speciale vorm van artistiek plezier betekend.”
Geef een reactie