Welke boeken moeten in de ‘canon’? Oftewel: wat willen we dat onze kinderen lezen? Aleid Truijens weet het in de boekenbijlage van de Volkskrant van afgelopen zaterdag gelukkig ook niet zo goed. Gerard Reve, W.F. Hermans en Louis Couperus staan niet ter discussie, evenmin als J.C. Bloem, J.J. Slauerhoff en Vasalis. Al wat minder zeker van een basisplaats zijn Nescio, Hella Haasse en Simon Vestdijk. Truijens heeft het niet over Elsschot, Boon en Mulisch. De laatste is ongetwijfeld bewust en opzettelijk, en volkomen terecht, gediskwalificeerd. Hoe dan ook, elke leraar Nederlands worstelt met deze kwestie. Wanneer is een boek geschikt voor ‘de lijst’. Het hangt er nogal van af wat je met je literatuuronderwijs wilt bereiken. Gaat het je om het overdragen van het Nederlands Cultureel Erfgoed, dan heb je het volste recht hoge eisen te stellen aan het leesrepertoire van je leerlingen. Saskia Noort hoort niet bij dat erfgoed, en mag dus niet op de lijst. Wil je dat je leerlingen plezier in het lezen krijgen, dan kun je Couperus en Vestdijk (helaas) beter verstoppen. Je kunt ook zeggen: ik wil dat mijn leerlingen deskundige, actieve en kritische lezers worden. Zodat ze zelf op grond van argumenten kunnen bepalen wat ze de moeite waard vinden, en wat niet. Dat hoeft niet alleen maar een kwestie van ‘smaak’ te zijn. Er zijn allerlei objectieve tot redelijke objectieve criteria om het literaire gehalte van een tekst vast te stellen. Is het boek besproken in de literaire bijlagen? Dan zal het waarschijnlijk tot de literatuur gerekend kunnen worden. Zijn er door de auteur literaire ingrepen gepleegd, zoals manipulatie van de tijd, of het spelen met de volgorde van de gebeurtenissen? Is er sprake van meerduidigheid, ofwel: bevat het verhaal een diepere betekenislaag? Heeft het werk een ontregelend effect op de lezer, of zijn er slechts open deuren? Je moet wel een behoorlijk deskundige lezer zijn om die vragen te kunnen beantwoorden, maar je mag toch best enige deskundigheid verwachten van onze jonge medeburgers? Het gaat dus niet zo zeer om de vraag welke boeken de moeite waard zijn, maar of onze jeugd in staat is zelf te bepalen wat de moeite waard is. Deskundige, actieve en kritische lezers komen vanzelf, en desnoods onder aanvuring van de leraar, wel bij Nescio, Boon, Elsschot, Reve, Haasse en Hotz uit.
Geef een reactie