Ton Sijbrands (65) heeft het wereldrecord blindsimultaandammen weer in handen. In 48 uur speelde hij 32 partijen, waarvan hij er veertien won. Hij verloor niet. Het is een verbijsterende vertoning. Hoe is het mogelijk dat een mens dat allemaal kan onthouden? Psycholoog Douwe Draaisma wijdde in zijn boek ‘Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt’ een hoofdstuk aan Sijbrands’ bovenmenselijke prestatie. Of beter: prestaties, want de grootmeester heeft het kunstje de afgelopen dertig jaar meermalen geflikt, en steeds met meer tegenstanders en hogere scores. Heeft Sijbrands een fotografisch geheugen? Bepaald niet, vertrouwt hij Draaisma toe. Hij ziet voor zijn geestesoog een schematisch, abstract beeld, maar absoluut niet een concreet dambord met schijven. Op zich niks bijzonders, iedere dammer die vooruit denkt, zit eigenlijk óók blind te dammen. Goed, maar dan hebben we het over één partij tegelijk. Dit zijn er 32. Sijbrands maakt het zichzelf wat makkelijker door voor de openingen een heel strak codesysteem toe te passen, met acht verschillende vaste openingen. Verder speelt hij de partijen zo gevarieerd mogelijk, om ze uit elkaar te kunnen houden. Echt een ramp is het als een partij door schijfverlies in feite al beslist is, maar de tegenstander weigert op te geven. Dat kost extreem veel energie en geheugenkracht. Lastig zijn ook onverwachte blunders van opponenten. “Om dan de voor de hand liggende weerlegging te durven spelen is veel moed nodig, je denkt: waarschijnlijk vergis ik me, dit kan haast niet waar zijn.”
Sijbrands zegt in blindsimultaan niet vaker te verliezen dan anders. Blindspelen is een gave die zich niet afzonderlijk ontwikkelt, maar die hoort bij het talent en de routine van de grootmeester. Hij blijkt ook helemaal niet over een uitzonderlijk algemeen geheugen te beschikken. Sijbrands moet gewoon een boodschappenbriefje mee naar de supermarkt. Het geheim zit hem in de associaties die stukken en standen bij hem oproepen. Die activeren een heel netwerk van herinneringen aan eerdere partijen, klassieke openingen, geanalyseerde eindspelen en vaste patronen. “Een prestatie als die van Sijbrands,” concludeert Draaisma, “is alleen mogelijk dankzij een leven van damstudie. Daarin is de expertise en routine vergaard die het hem mogelijk maakt posities en ontwikkelingen in de partij als eenheden op te slaan en zo zijn geheugen voor overbelasting te behoeden.” Dit is een paradox, stelt Draaisma vast. Sijbrands onthoudt tegelijk minder en meer. “Minder, omdat hij de stand niet als de optelsom van alle losse posities van de schijven onthoudt, maar als een patroon dat in zijn geheel wordt opgeslagen. Meer, omdat dit patroon op zijn beurt een heel netwerk van associaties aan eerder gespeelde op bestudeerde partijen laat resoneren. Het werkelijke raadsel is hoe het mogelijk is dat iemand zo briljant kan dammen, niet dat hij dat ook blind kan en tegen twintig tegenstanders tegelijk.” Twintig in 1999, inmiddels dus 32.
René Leverink zegt
Kijk ook nog even hiernaar: https://www.facebook.com/video.php?v=744634545625366&pnref=story