Vertalen is een hachelijke onderneming. Wie een vertaling leest, zeker als het literatuur betreft, moet er genoegen mee nemen dat een groot deel van de oorspronkelijke zeggingskracht verloren gaat. Misschien komt er – afhankelijk van de ambitie en de kwaliteit van de vertaler – nieuwe zeggingskracht voor in de plaats. Maar heb niet de illusie dat je met een originele, precies zo door de schrijver bedoelde tekst te maken hebt. Neem alleen al het eerste stukje literatuur in ons taalgebied. Hebban alla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu – wat unbidan we nu. Dit wordt gewoonlijk vertaald als: Alle vogels zijn nesten begonnen, waar wachten wij nu op? Maar er zijn uitstekende argumenten te vinden voor: Alle vogels hebben (in de betekenis van bezitten) begonnen nesten. Daar ga je al. Dat we niet weten hoe we moeten vertalen, is een van de vraagstukken op taalgebied waar we totaal geen antwoord op hebben. Onderzoekers komen langzamerhand tot de gedachte dat het zeer onwaarschijnlijk is dat we ooit een manier zullen vinden om een tekst adequaat en accuraat te vertalen. Zo weet een schrijver nooit helemaal zeker of de vertaler precies de juiste woorden met de bedoelde betekenis heeft gebruikt en zo ja, of die dan in de andere taal dezelfde sociaal-culturele lading hebben. Het begrip ‘vrijheid van meningsuiting’ kan in de ene cultuur heel wat anders betekenen dan in de andere. En zo heeft Listverse nog negen andere heikele taalkwesties op een rij gezet. Karel van het Reve heeft (uiteraard) zo zijn eigen mening over het vertalen. Hij vindt Nederlands in dat verband ‘een rare taal’.
Geef een reactie