Dagobert Duck is zuinig. Je kunt ook zeggen dat hij gierig is. Het komt op hetzelfde neer: een pakhuis vol goudstukken. Maar oom Dagobert hoort waarschijnlijk liever het eerste. Het gaat hier over ‘connotaties’. Het verschil tussen een man en een kerel. Tussen trots en zelfingenomen. Tussen bijzonder en raar. Een connotatie is een (bedoelde of onbedoelde) bijbetekenis van een woord, uitdrukking of formulering. Je kunt ophef over onterechte declaraties van een partijgenoot ‘opgeblazen’ noemen, je kunt ook zeggen dat de zaak ‘bepaalde proporties’ heeft gekregen. Iedereen heeft aan een stuk door met connotaties te maken. Toch is het verschijnsel nauwelijks onderzocht. Voor drie leerlingen van Lyceum de Grundel (Hengelo) reden om hun profielwerkstuk aan dit onderwerp te wijden. Zij keken bijvoorbeeld naar de berichtgeving over de nieuwe opzet van Koningsdag. NRC schreef: ‘Toiletwerpen doen ze echt niet meer.’ De Volkskrant: ‘Willem-Alexander: eerste nieuwe Koningsdag in Dordrecht’. Vond NRC die hele Koningsdag maar zozo? Nee, schreef de journalist, toen de drie middelbare scholieren hem ernaar vroegen. Hij was zich van geen kwaad bewust. Hij had voor zijn gevoel een volkomen objectieve tekst geschreven. Jaja, dat zal wel. Eigen onderzoek onder medeleerlingen wees uit dat het wel degelijk mogelijk is door middel van connotaties de mening van de lezer te beïnvloeden.
Geef een reactie