Op de Amerikaanse muzieksite No Depression legt columnist Ted Lehmann nog eens uit waarom bluegrass zo fenomenaal is. Maar eerst: waar hebben we het over. Bluegrass is een sensationeel afwijkende variant van countrymuziek, ter wereld gebracht door Bill Monroe (1911-1996), om precies te zijn op 8 december 1945, toen hij samen met Lester Flatt en Earl Scruggs voor het eerst optrad als The Bluegrass Boys. Met dat blauwe gras werd gerefereerd aan Monroe’s geboortestaat Kentucky, dat om de een of andere reden The Blue Grass State wordt genoemd. Je denkt misschien dat bluegrass ouderwets en suffig is, met die banjo’s en mandolines en die hoge zangstemmen, maar dat is een grote vergissing. Bluegrass is pure, vlijmscherpe rock’n’roll, altijd gezongen en gespeeld op het scherp van de snede. Iemand op de radio zei ooit dat Bill Monroe mandoline speelt ‘als op een eiersnijder’, zo strak. Duivelskunstenaars, dat zijn het, met z’n allen rond die ene microfoon.
(Zie ook: Banjo Gang Bang.)
Geef een reactie