‘Obama haalt Cuba van terreurlijst af,’ lezen we in de krant. Obama’s handreiking aan Cuba zal door de ruziezoekers in Senaat en Congres wel weer zoveel mogelijk gefnuikt worden, maar vooralsnog kunnen we ons alleen maar verheugen over de toenadering tussen de VS en het marxistische fossiel van de broers Castro. Toch moeten we vrezen voor een
jammerlijke vorm van ‘collateral damage’. Sinds Amerika zestig jaar geleden het handelsembargo instelde, waren er in Cuba uiteraard ook geen Amerikaanse auto-onderdelen meer te krijgen, laat staan nieuwe auto’s. Het gevolg is een van Havana’s grootste toeristische trekpleisters: het nostalgische dagelijkse défilé van de meest uitbundige, barokke en vervaarlijke ronkende en bonkende Buicks, Bel Airs en Packards uit de jaren vijftig. Bij gebrek aan nieuwe onderdelen zat er voor de zorgzame eigenaars niets anders op dan hun roestbakken op de weg te houden met schoenveters, ijzerdraad en ducttape. Cubaanse limousines zie je vaker met de motorkap open dan dicht. Aan dat alles moois zal nu snel een einde komen. Tenzij Senaat en Congres er een stokje voor steken.
Geef een reactie