“So it is, and so it will be. Emmylou & Rodney, forever and Americana ever. Amen.” Zo eindigt de heiligverklaring op Pastemagazine van The Traveling Kind, de nieuwe coproductie van Emmylou Harris en Rodney Crowell. De Volkskrant spreekt van ‘feilloze samenzang’ van twee ‘begaafde stemmen’. Daar valt op zich uiteraard weinig op af te dingen. Niemand zal de onaantastbare statuur van de beide altcountry-iconen willen betwisten. Je hoeft maar het titelnummer te draaien en je weet genoeg: een van Emmylou’s mooiste duetten ooit. Maar met de volgende zin in de Volkskrant-recensie kan ik niets: “De tweestemmigheid komt het beste tot zijn recht in de stevigere rootsliedjes.” Het zijn juist die voorspelbare, oppervlakkige en clichématige uptempo-nummers die deze plaat voor zeker de helft onverteerbaar maken. Neem Bring It On Home To Memphis. We kennen het maar al te goed: zo’n bonkende, volstrekt uitgekauwde gitaarriff en Crowell die erover heen komt met regels als ‘Sweet Lucinda, look out your winda’. Even later worden we opgezadeld met The Weight Of The World, alweer een overbodig, gedateerd rockdeuntje met Crowell aan het voortouw. Higher Mountains doet de hoop opflakkeren dat het misschien toch nog goedkomt. Maar die hoop wordt gelijk daarna de bodem ingeslagen met een totaal mislukte versie van I Just Want To See You So Bad van Lucinda Williams, ook door Pastemagazine gebrandmerkt als een ‘misstep’. OK, het saldo tussen mooi en flut is nog altijd licht positief, maar dan komt als slotakkoord het obligate cajun-niemendalletje Le Danse de Joie, dat in zijn oubollige onnozelheid bijna pijnlijk is om naar te luisteren. Aan het eind zitten we met een VIP-album dat voor de helft niet te pruimen is en dat amper iets toevoegt aan wat beiden in het verleden al tientallen keren stukken beter hebben gedaan.
(Eerder verschenen op altcountry.nl.)
Geef een reactie