Vroeger, ja vroeger, toen had je hooguit een schilder die een zelfportret maakte, en dan meestal ook nog om de kosten van een model uit te sparen, want al dat doek, en die verf, dat kostte een flinke duit. Inmiddels heeft de mens zichzelf in het centrum van het universum gepositioneerd. Men fotografeert zichzelf. Het voorbij stormende peloton, het wereldberoemde schilderij, de bekende politicus, ze zijn nog slechts decor, achtergrond voor de ultieme uiting van narcisme en ziekelijke zelfverheffing: de selfie. Met als overtreffende trap de selfiestick, die je hoog boven alles en iedereen uit ziet steken, als om aan te geven: hier ben ik, en dit is dus het middelpunt van het heelal. Maar het kan nog gekker. Voor zesduizend euro bestelt u nu een selfie-arm. Daarmee koopt u de illusie dat iemand u de hand reikt, waarmee het net lijkt alsof u helemáál niet zo’n zelfingenomen egotripper bent.
Geef een reactie