Als Woody Allen zijn jaarlijkse tragikomedie uitbrengt, is het net als met een nieuwe plaat van Ry Cooder of het volgende boek van Gerard Reve: ongezien gaan, aanschaffen, kopen. Tevredenheid gegarandeerd, ook al is die de ene keer groter dan de andere. Woody Allen is altijd goed voor een ruime voldoende, met uitschieters richting tien (Annie Hall, Blue Jasmin). Irrational Man gaat, zoals bij Woody Allen gebruikelijk, over een min of meer neurotisch type dat een crisis doormaakt. In dit geval filosofieleraar en alcoholist Abe Lucas, gespeeld door Joaquin Phoenix, die altijd nog een beetje naar Johnny Cash ruikt. Studente Jill (Emma Stone, niet voor het eerst in actie voor Woody Allen) vindt de diepzinnige filosoof geweldig en lijkt hem weer op het spoor te krijgen. Al gauw blijkt dit ijdele hoop. Wat wél werkt, is verontwaardiging over een schokkend onrecht… Af en toe is Irrational Man een beetje een sprookje, maar wat zou het. Goed is goed genoeg. In Cannes vertelde Allen dat hij prijzen niet belangrijk vindt. En regisseren stelt feitelijk ook niet veel voor: ‘Het is een simpele truc. Je huurt goede acteurs en actrices in, en je loopt ze vervolgens niet in de weg.’
Geef een reactie