Voetballen, natuurlijk. Maar óók hoe we met vluchtelingen om moeten gaan. Of beter: hoe we NIET met vluchtelingen om moeten gaan. Zeker, er is geen land dat zoveel Syrische vluchtelingen heeft opgenomen als Turkije. Op dit moment zijn het er 1,9 miljoen. Dat is bijna de helft van alle vluchtelingen uit Syrië. Ze worden opgevangen in kampen, waar ze eten krijgen en iets van onderdak. Maar daar houdt de Turkse gastvrijheid wel mee op. Van onderwijs of een werkvergunning is geen sprake. Nu de gevluchte Syriërs langzamerhand gefrustreerd en wanhopig de kampen verlaten om hun weg te zoeken in de Turkse samenleving, gaat die terughoudendheid de Turken opbreken. Althans, de armste Turken. Wat is namelijk aan de hand? Zonder werkvergunning komen de Syriërs in het informele circuit terecht, waar ze – als super-goedkope arbeidskrachten – de baantjes innemen van de armste, laagstbetaalde, meest kwetsbare ongeschoolde Turkse arbeiders. Een sociale ramp in een land waar dertig procent van de betaalde arbeid zwart is. En dat terwijl diezelfde Syriërs mét een werkvergunning een vruchtbare impuls voor de Turkse economie hadden kunnen zijn. Intussen weten de hoger opgeleide Syrische vluchtelingen genoeg. Murw en verbitterd trekken ze verder Europa in, waar ze de lokale politici de stuipen op het lijf jagen. Die zouden, in plaats van te sidderen voor hun electorale toekomst, er beter aan doen lessen te trekken uit het Turkse vluchtelingendrama en het lef moeten hebben de deur voor de asielzoekers open te zetten, in plaats van hekken te plaatsen en stoere praatjes over ooglidcorrecties te verkopen. Mochten morele argumenten tekortschieten: het opnemen en legaliseren van vluchtelingen betekent een ongekende stimulans voor de economie. En er zitten vast en zeker geniale voetballers tussen.
Bronnen: Huffington Post, The Conversation, Washington Post
Geef een reactie