“Van meet af aan lijkt de relatie tussen monotheïsme en geweld onontkoombaar,” schrijft Achterhuis in De Groene Amsterdammer. Eens kijken of dat klopt. In de Nieuwe Kerk in Amsterdam is tot en met 7 februari 2016 de tentoonstelling Rome. De droom van keizer Constantijn te zien. In die befaamde droom, aan de vooravond van de beslissende strijd met zijn rivaal keizer Maxentius (312), verneemt de opstandeling Constantijn van hogerhand dat hij zal winnen als hij de paraaf van Christus laat afbeelden op de schilden van zijn soldaten. Dat helpt. De volgende dag brengt Constantijn zijn tegenstander een vernietigende nederlaag toe in de slag bij de Milvische Brug, in de nabijheid van Rome. Een gruwelijk bloedbad, zien we op de tentoonstelling, op een kopie van een muurschildering in het Vaticaans Museum. De overwinning die de opkomst van het christendom inluidt, ontaardt in een orgie van geweld. Het klopt dus, wat Achterhuis zegt. Het blijft een fascinerend raadsel hoe dat christendom vervolgens in een paar decennia uitgroeide van sectarische hobby tot wereldgodsdienst. Ook de tentoonstelling brengt in dit opzicht geen helderheid. Veel geweld is er niet aan te pas gekomen, zou je zeggen, al zal het slachtofferimago (keizer Nero die brandende christenen gebruikt als straatverlichting, christenen als middageten voor de leeuwen in het Colosseum – beide zeer omstreden als historische feiten) de vroege christenen publicitair gezien geen windeieren hebben gelegd. Een knap stukje pr. De expositie in de Nieuwe Kerk gaat voorbij aan ketterverbrandingen en gewelddadige bekeringen en schiet snel door naar de heiligen en martelaren op romantische renaissanceschilderijen. Vooral in de centrale corridor zijn fraai uitgelichte beelden en reliëfs te zien uit de tijd van Constantijn en daarvoor, toen Rome een grabbelton van allerlei min of meer obscure religies was.
Geef een reactie