De Nederlandse taal wordt wel eens een zekere lompheid verweten. Daar blijft niks van over zodra we het over de natuur gaan hebben. In Natuurlijk Overijssel, een magazine van Landschap Overijssel, schrijft Frans Bosscher over het natuurgebied de Lemelerberg. En we hebben de inleiding nog niet uit, of we hebben al kennisgemaakt met de kruisbek, de kramsvogel en de klapekster. Verderop ontmoeten we witte snavelbies, zonnedauw en de beekoeverlibel. In het bos broeden de zwarte specht en de wespendief. Op de hei leven de de zandhagedis, de hazelworm en de heivlinder. Ook horen we de boomleeuwerik en de roodborsttapuit.
Geef een reactie