Die ongehoorde barbarij van het islamitisch terrorisme, die moet je met ‘wortel en tak’ uitroeien, vinden de westerse leiders. “Maar wat betekent dat precies?”, vraagt de Marokkaanse schrijver en docent letterkunde Fouad Laroui zich af in zijn essay in De Groene Amsterdammer. “Dat van die wortels, dat is natuurlijk een metafoor, want zoiets bereik je niet met bombardementen en zelfs niet door het sturen van commando’s naar het gebied waar je ze letterlijk uit de grond zou willen trekken. Die wortels, die zitten in de hoofden van al diegenen die bereid zijn zich in dit avontuur te storten, door naar Raqqa te gaan of in ieder geval hun trouw aan de kalief te belijden.” Laroui legt uit dat de Arabische jongeren uit de Maghreb (het islamitische deel van Noord-Afrika) een heel ander verhaal kennen dan de Europese lezing dat het islamitisch terrorisme irrationeel is, een plotseling onbegrijpelijk opduiken van een ongehoorde barbarij (midden in een tijd die beschaafd werd geacht), die vernietigd moet worden. Het Arabische verhaal gaat over de wraak der soennieten, die ‘allesbehalve irrationeel, folkloristisch of ongerechtvaardigd is’; het is een zaak van ontevreden Arabieren die zich de hele twintigste eeuw verraden, verpletterd en vernederd hebben gevoeld door de Europese mogendheden, hand in hand met Israel. Laroui stelt voor “de geschiedenis van de twintigste eeuw herschrijven en de moed (of dwaze ambitie) te hebben om daarin álle verhalen op te nemen, ook die van de verliezers, van hen die men gekoloniseerd heeft, de ‘verpletterden’, de vernederden, en van hen aan wie men beloften heeft gedaan die snel zijn vergeten.” Een dwaze ambitie? Wellicht… zeker een dag na de aanslag op het Sultanahmetplein in Istanbul. Maar zoals, Faroui zijn essay besluit, ‘wat is het alternatief?’
Geef een reactie