Het is een vreemde gewaarwording om op een middag eerst het Geert Groote Huis in Deventer te bekijken, en daarna de film Spotlight. De ‘belangrijkste Deventenaar uit de geschiedenis’ was in de veertiende eeuw de grondlegger van de Moderne Devotie, een beweging die een persoonlijke beleving van het geloof voorstond, en een eenvoudig en oprecht leven. De tentoonstelling is opgebouwd rond een aantal thema’s, zoals zorg voor de ander, klagen en aanklagen (bijvoorbeeld tegen simonie en pracht en praal – klokkenluiders wordt de mond gesnoerd, schuldigen blijven ongestraft), en afkeer van hoogmoed en hebzucht. Zeven eeuwen en een paar uur later zien we hoe de katholieke kerk sindsdien niets geleerd heeft van de lessen van Geert Groote. Spotlight gaat over drie dingen: het massale kindermisbruik onder katholieke priesters, de schandalige manier waarop het kerkelijk gezag dit misbruik in de doofpot hield en het grondige onderzoek naar deze misstanden door het ‘Spotlight’-team van de Boston Globe in 2001. De eerste twee zijn geen nieuws, en de laatste eigenlijk ook niet: gedegen onderzoeksjournalistiek is van alle tijden, al komt deze vorm van waarheidsvinding in onze tijd steeds meer onder druk: we hebben er geen tijd meer voor (enkele gunstige uitzonderingen daargelaten, bijvoorbeeld bij De Groene Amsterdammer). Maar ook in 2001 werd het Spotlight-onderzoek naar het grootschalige, onvoorstelbare misbruikschandaal tijdelijk stilgelegd; 9/11 zoog alle bij de krant beschikbare capaciteit weg. Toen twee maand later de as van de ingestorte torens was neergedaald, pikte de Boston Globe de draad weer op en ontstond er een verbeten strijd tussen waarheid en leugen, recht en onrecht en openheid en doofpot. Als Geert Groote nog zou leven, zou hij zich omdraaien in zijn graf.
Zie ook: Wat draagt een kloosterling onder zijn pij?
En: een interview met acteur Mark Ruffalo (in de film speelt hij Mike Rezendes, een van de journalisten van Spotlight) en de echte Mike Rezendes.
Geef een reactie