“Elk tijdperk heeft zijn eigen Homerus,” schrijft Wisława Szymborska in Onverplichte lectuur, een bundel korte bespiegelingen over boeken die zij op deze manier behoedt voor vergetelheid. “We hebben al de goddeloze Homerus gehad, de heroïsche, de volkse en de documentaire. Onze Homerus is ironisch. Wanneer ik hem lees, heb ik de indruk dat hij met een knipoog tegen me zegt: ‘’t Is me gelukt, hè? Ik bezing zogenaamd de grootheid, maar het is de nietigheid. Kijk eens wat ik met de goden doe: zogenaamd respecteer ik ze, maar in de grond zijn het toch opgeblazen driftkikkers die al hun krachten aan zielige intriges verspillen. Kijk eens wat ik doe met mijn mythische helden: hun lot hangt af van het humeur van zulke goden.’” Het gaat over een boek van Margarete Riemschneider, Van de Olympus naar Ninive, waarin de schrijfster vermoedt dat bij Homerus een hoop verborgen toespelingen te vinden zijn. En blind was de oude bard beslist niet, hoe kon hij anders knipogen. Klik hier voor het hele stukje.
Zie ook: De tijdmachine.
Geef een reactie