Sinds een jaar schrijft Eva Hoeke een column in Volkskrant Magazine. Het ging meteen al mis: haar eerste stuk was voor een groot deel overgenomen uit een tekst die ze eerder voor Het Parool had geschreven. Als Volkskrant-redactie zou je denken: eens en nooit weer, opzouten jij, maar de smoes van Eva (verhuizing, drukte, vergissing) werd gepikt en ze mocht verder. Zaterdag ging het over haar vroegere geschiedenisleraar Hans Luiten. Die heeft een boek geschreven over het Midden-Oosten. Eva vindt dat we het allemaal moeten lezen, want niemand kan zo goed uitleggen als Luiten, weet ze nog van zijn lessen. Maar oh, wat was Eva een dondersteentje in die tijd! “God weet waarom, maar mijn beste twee vriendinnen en ik deden er destijds alles aan om de boel te versjteren.” Elke les waren ze maar bezig met kauwgom, walkman en “volgekladde agenda’s”! Een keer keken ze stiekem in de laatjes van Luiten en ontdekten daarin een deodorant. “Aanhoudend gegiechel,” was het logische gevolg. Waarschijnlijk kwam het allemaal door de hormonen, denkt Eva. Of wilden ze gewoon indruk maken. Op elkaar, en op “Erwin Verheijen, die al rookte.” Ze hoopt nu maar dat ze het met het aanprijzen van zijn boek een beetje goed gemaakt heeft voor die aardige, enthousiaste geschiedenisleraar van haar. De vraag is nu: is er eigenlijk iemand die boeken schrijft, of stukken in de krant, en die NIET van zichzelf zegt dat hij vroeger op school een onuitstaanbaar kreng was die iedere leraar het bloed onder de nagels vandaan treiterde? Wat een flauw, belegen, doorzichtig, slaapverwekkend cliché, dat middelbare school gedoe. Nu herhaalt Eva eens niet zichzelf, maar zeshonderd zelfbenoemde etterbakjes vóór haar. Gelukkig hoeven haar mede-Betondorpers het allemaal niet mee te maken, aangezien daar ‘gemiddeld twee Volkskranten worden verkocht, per jaar’ aldus Eva in onderstaande toespraak.
Geef een reactie