“Heel onwenselijk,” is de onmiddellijke reactie van Rinda den Besten van de PO-raad, de koepel van basisscholen. Het Centraal Planbureau heeft onderzoek gedaan naar de effectiviteit van onderwijsmaatregelen. Wat blijkt? Kinderen leren beter in een klas met leerlingen van gelijk niveau. Helemaal fout, snerpt Den Besten, als door een adder gebeten. “Vroegselectie geeft kinderen verkeerde signalen: jij bent niet goed genoeg voor die klas, je vriendje is veel beter.” Als kinderen niet op hun eigen niveau les krijgen, dan ligt dat aan de leraar! Die moet kunnen differentiëren en in staat zijn de lesstof op verschillende niveaus over te brengen. Dat er vervolgens voor de leerkracht niets anders opzit dan haar heterogene groep op te splitsen in homogene deelgroepen van leerlingen met ongeveer hetzelfde niveau, daar heeft Rinda het maar niet over. Alsof een kind dan níet in de gaten heeft dat zijn vriendje in de plusgroep ‘veel beter’ is. En het merkwaardige is dat vroegtijdige selectie in de sportwereld heel gewoon en algemeen geaccepteerd is. Overigens plaatst het CPB wel degelijk kanttekeningen. De leerwinst van homogene parallelklassen wordt alleen behaald als aan de eisen van de ondergemiddeld presterende klas niet wordt gemorreld. En er moet regelmatig gecheckt worden of kinderen nog wel in de juiste klas zitten. Het Centraal Planbureau heeft alleen gekeken naar de leeropbrengst en niet naar sociale aspecten. Vaak wordt verondersteld dat het goed is dat kinderen opgroeien en leren in een gemêleerde sociale en cognitieve context. Maar zelfs daar kun je vraagtekens bij zetten. Zou een kind dat minder goed mee kan komen niet veel gelukkiger zijn in een klas met leerlingen van zijn eigen niveau dan in een groep met allerlei wijsneuzen en bollebozen?
Klik hier voor een samenvatting van Kansrijk onderwijs, het rapport van het Centraal Planbureau. Klik hier voor het hele rapport.
Geef een reactie