Julius Caesar die voor de troepen heen en weer draaft om ze op te hitsen voor wéér een aanval op een vredelievend buurland. Natuurlijk kan niemand hem verstaan. Dat hoeft ook niet, men hoort ‘Galliërs’, en ‘tuig’, en dat is voldoende. Adolf Hitler die de massa’s toeschreeuwt. Hij beweegt druk met zijn armen en spuugt in de microfoon. Niemand kan zijn gebral precies verstaan. Dat hoeft ook niet, men vangt ‘Juden’ op en ‘raus’, dat is genoeg. Recep Tayyip Erdogan die op het scherm van een mobiele telefoon verschijnt, zijn hoofd vreemd vervormd door de groothoeklens van het apparaat. Hij is moeilijk te verstaan. Geeft niks. De natie hoort iets van ‘Gülen’ en ‘de straat op’. Dat volstaat.
Geef een reactie