Deze week in de media twee ogenschijnlijk nogal tegenstrijdige berichten over de klimaatverandering. Sanne Bloemink schrijft in De Groene Amsterdammer over de heersende apathie ten aanzien van dit probleem en hoe die doorbroken kan worden (“Wetenschappers en activisten vinden bij politiek en publiek nauwelijks gehoor voor hun pleidooi voor actie tegen de opwarming van de aarde. Sommigen maakt het moedeloos en cynisch.”). Maarten Dallinga maakt zich op One World juist zorgen over de psychische gevolgen van de aardse opwarming: “Het klimaat is in de war en ik kan er niet tegen.” Wat de beide artikelen met elkaar verbindt, is de uiterst pessimistische strekking. De klimaatverandering maakt Dallinga ‘onrustig en chagrijnig’. Wetenschappelijk onderzoek wijst uit: “Klimaatverandering heeft een significant negatief effect op zowel de fysieke als psychische gezondheid en kan leiden tot bijvoorbeeld stress, angst en depressie.” Volgens de onderzoekster moeten politici eerlijker zijn over het onderwerp en er meer aandacht aan schenken. Ook in het stuk van Bloemink wordt gewezen naar de politiek: “Politici denken allemaal aan de korte termijn. En aan het belang om herkozen te worden. Zolang de stemmende bevolking andere prioriteiten stelt, zullen politici zich niet hard maken voor verandering.” Precies. Morgen lekker weer met 130 over de A12.
Geef een reactie