Een bekend grapje van Hans Teeuwen: “We hebben het altijd wel over de joden, maar de Duitsers waren óók geen lieverdjes.” Kunsthistoricus Pieter van Os komt in De Groene Amsterdammer tot ongeveer dezelfde conclusie, al gaat het dan over het vernietigen van cultureel erfgoed. Aan het Strafhof in Den Haag staat de Malinese jihad-strijder Ahmad al-Faqi al-Mahdi terecht voor het vernietigen van mausolea, middeleeuwse manuscripten en een vijftiende-eeuwse moskee in Timboektoe. Veel eer valt er voor de aanklagers niet te behalen. Al op de eerste dag van het proces bekende de verdachte schuld. Al-Mahdi heeft dikke spijt van zijn sloopwerk: “Het leidt tot niets goeds voor de mensheid.” Intussen zijn wij, de zogenaamd beschaafde wereld, geen haar beter, aldus Van Os. Kijk maar naar de beeldenstorm in 1566. En Churchill, die de RAF in 1942 opdracht gaf het historische centrum van Lübeck te vernietigen. Niet omdat Lübeck militair-strategisch van belang was, maar om het moreel van de Duitse bevolking te breken. In de Irak-oorlogen walsten geallieerde bulldozers een volledige nederzetting uit de Mesopotamische tijd plat. Navo-bommen zorgen voor grootscheepse cultuurvernietiging in Libië. Van Os betreurt de snelle schuldbekentenis van Al-Mahdi. Hij had graag een juridisch debat gezien over de vraag waarom nooit eerder iemand terecht heeft gestaan voor de vernietiging van cultureel erfgoed. “Eén antwoord is dat met de vervolging van iconoclasten de instituties van de internationale gemeenschap de verdenking op zich laden meer om gebouwen te geven dan om mensen. Dat willen ze niet.” De jihadi’s zouden tegen moslims in door hen bezette gebieden kunnen zeggen; zie, ze geven niet om jullie, maar wel om tweeduizend jaar oude pilaren. Het blijft ook ongemakkelijk om je drukker te maken om de middeleeuwse citadel van Aleppo dan om het onvoorstelbare leed van de bevolking. Het komt omdat we mensen als minder uniek beschouwen dan de voortbrengselen van eeuwenoude cultuur. Toch is er nóg een verschil. “Mensen kunnen niet opstaan uit de dood, objecten wel.” Het blijkt heel goed mogelijk te zijn vernielde kunstschatten te reconstrueren. Kijk naar de binnenstad van Warschau, die na de oorlog door de Polen steen voor steen is herbouwd (al is dat meer gebeurd op basis van oude schilderijen dan van de situatie vlak voor de vernietiging). Cultuurliefhebbers twijfelen of dat herbouwen wel in orde is. Ze spreken van ‘disneyficatie’. Reconstructie zou niet authentiek zijn. Maar wat is er authentiek aan een kathedraal waar driehonderd jaar aan geconstrueerd is? En kijk eens naar de boeddha’s van Bamiyan in Pakistan, in 2001 opgeblazen door de Taliban. Herbouw ervan schijnt niet eens erg moeilijk of duur te zijn. Maar tegenstanders vinden het ‘niet authentiek’. Van Os: “Ze denken daarmee cultuur te beschermen, maar beschermen in feite twee grote gaten in een rotswand: een monument voor de fundamentalisten die besloten de ruim dertig meter hoge beelden op te blazen.”
Zie ook: Klappertanden om Palmyra, Ook Turkije vernietigt antieke cultuur, Dat zal hem leren en Palmyra herrijst in Londen.
Geef een reactie