Het Kwaad heeft geen bloeddoorlopen ogen, stinkt niet naar zwavel en loopt niet met een slagersmes te zwaaien. Het Kwaad helpt zijn dochter met rekenen, bidt een weesgegroetje voor het avondeten en complimenteert zijn vrouw met de heerlijke sperzieboontjes. Het Kwaad heeft het vriendelijke gezicht van een beminnelijke vijftiger, helder blauwe ogen en zilvergrijs haar. Arquímedes Puccio assisteerde de Argentijnse junta (1976-1983) bij het laten ‘verdwijnen’ van politieke tegenstanders, vaak vakbondsmensen en studenten. Na de val van het regime besluit Puccio gewoon door te gaan met ontvoeren, nu voor eigen rekening. Met medewerking van zijn zoons en medeweten van zijn vrouw (die braaf kip met rijst klaarmaakt voor de ‘gasten’) sluit hij rijke burgers op in zijn huis en eist losgeld van de familie. El Clan gaat over deze nietsontziende pater familias, maar meer nog over Alejandro, zijn trouwe zoon, tevens nationale rugbyheld, die drukker is met zijn vriendinnetje dan met zijn geweten, zoals de Volkskrant treffend schreef. El Clan is verwarrend gemonteerd. Idyllische plaatjes van het voorbeeldige gezin worden via nerveuze tijdsprongen afgewisseld met heftige ontvoeringsscènes en grof geweld. De schizofrenie van Het Kwaad.
Geef een reactie