Iedereen die wel eens in een museum met schilderijen van vroeger is geweest, heeft het zich afgevraagd. Waarom is Jezus toch altijd zo’n lelijk mormel? Trouw probeerde het gisteren uit te leggen. Friso Lammertse, conservator oude kunst van Museum Boymans Van Beuningen in Rotterdam, denkt dat het niet alleen een kwestie van smaak was. Het heeft te maken met de kunstopvatting van de schilders van de Renaissance. Die wilden Maria en Jezus niet meer als iconen afbeelden, zoals in de middeleeuwen, maar als echte mensen. Bij Maria is dat meestal prima gelukt. Zij ziet eruit als de knappe tienermoeder die ze was. (Men gaat er tegenwoordig vanuit dat Maria niet ouder dan 13 was toen ze Jezus kreeg.) Maar bij dat kind was het lastiger, legt Lammertse uit: “Het was weliswaar een gewone baby, maar tegelijkertijd moest het ook iets goddelijks uitstralen. Daar hebben die schilders enorm mee geworsteld, hoe ze dat moesten uitbeelden.” Om Jezus toch nog een beetje imponerend te maken, werd hij vaak veel groter en ouder afgebeeld dan een pasgeboren baby. Daar komt bij dat er weinig feestelijks was aan deze bevalling. Zowel moeder als kind hadden intuïtieve voorkennis van wat Hem aan het eind allemaal te wachten stond. Daarom is er nooit sprake van een feeststemming op de schilderijen van de stal en zijn tijdelijke bewoners.
Geef een reactie